Een buikwandcorrectie moet niet onderschat worden. Het is een behoorlijk zware ingreep, immers er wordt een vrij grote incisie gemaakt en het wondgebied is vrij groot. Ook een mini-buikwandcorrectie is nog steeds ingrijpend ook al is daar het wondgebied wat kleiner. Het duurt na een buikwandcorrectie dan ook gemiddeld vier tot zes weken voordat u weer volledig actief bent. Het is goed dat u zich bewust bent van de risicos en mogelijke complicaties van een buikwandcorrectie. Onderstaand geven wij gedetailleerd weer wat de algemene risicos zijn van een buikwandcorrectie (die op kunnen treden bij iedere chirurgische ingreep) en wat de specifieke complicaties zijn van een buikwandcorrectie.
Algemene risico’s en complicaties van een buikwandcorrectie
Omdat een buikwandcorrectie een chirurgische ingreep is zijn er algemene risicos die gepaard gaan met iedere chirurgische ingreep. De kans op deze algemene complicaties is doorgaans zeer klein. Wel moet u uiteraard deze risicos kennen voordat u besluit de behandeling te laten doen. Het gaat dan bijvoorbeeld om:
- (Allergische) reacties en risicos als gevolg van de gebruikte verdoving
- Het ontstaan van een infectie
- Trombosebeen, longembolie, longontsteking
- Nabloedingen
- Gestoorde wondgenezing
Belangrijk is het om op signalen te letten die op deze complicaties kunnen wijzen. Hierbij moet u denken aan abnormale pijn, zwelling of koorts. In dat geval moet u direct met de kliniek of de plastisch chirurg contact opnemen.
Voorafgaand aan de ingreep zullen de risicos als gevolg van de verdoving door de anesthesist zo goed mogelijk worden ingeschat. Ernstige complicaties als gevolg van de verdoving komen tegenwoordig bijna niet meer voor. De meer gebruikelijke ongemakken van de verdoving zijn misselijkheid en overgeven, hoofdpijn, keelpijn en heesheid. Meestal trekken deze klachten binnen 2 tot 3 uur weer weg. Eventuele keelpijn en heesheid kan wel een paar dagen aanhouden.
De kans op een infectie ligt tussen de 1 en 5 %. Als er een infectie optreedt kan deze met behulp van antibiotica en drainage worden verholpen. Een tweede ingreep valt hierbij echter niet uit te sluiten. De kans op infectie wordt groter naarmate u meer overtollig vet heeft. Daarom mogen uitsluitend mensen met een zo normaal mogelijk gewicht de behandeling ondergaan. Zie verder het hoofdstuk “Is iedereen geschikt voor een buikwandcorrectie”?
De kans op trombose wordt genoemd omdat dit gaat spelen bij tamelijk uitgebreide chirurgische ingrepen en een buikwandcorrectie is inderdaad een behoorlijke ingreep. De kans op trombosebeen en longembolie is echter ook bij een uitgebreide ingreep als een buikwandcorrectie zeer klein. Wel kan de kans toenemen bij overgewicht en door roken. Ook vrouwen die de pil gebruiken hebben een grotere kans op trombose.
Een enkele keer kan het voorkomen dat er een nabloeding optreedt. Vaak zal dan een tweede ingreep nodig zijn waarbij het betreffende bloedvat wordt gedicht.
Een gestoorde wondgenezing kan optreden als er teveel spanning op de wond komt te staan. Die spanning kan een gevolg zijn van het niet naleven van de leefregels voor de eerste weken na de ingreep bijvoorbeeld als u te vroeg weer zware arbeid gaat verrichten. Ook kunnen er problemen ontstaan bij de wondgenezing als de doorbloeding van de wond niet goed is. De kans daarop is weliswaar erg klein maar neemt wel toe als u niet een aantal weken voor en na de operatie stopt met roken. Stopt u niet met roken dan kan huidweefsel zelfs gedeeltelijk afsterven. Dit komt door de vernauwing van de bloedvaten als gevolg van het roken.
Specifieke risico’s en complicaties van een buikwandcorrectie
Na een buikwandcorrectie treden er min of meer gebruikelijke ongemakken op zoals zwellingen, bloeduitstortingen, overgevoeligheid van de navel en hinder bij het aanspannen van de buikspieren. Deze ongemakken vormen echter onderdeel van het normale herstelproces en verdwijnen na enige tijd.
Na een buikwandcorrectie kan er gevoelloosheid optreden van de huid in de buik. Soms herstelt dit weer en soms is dit blijvend. Ook kan er een gedeeltelijk herstel optreden waarbij gedurende een aantal jaren het gebied dat gevoelloos is steeds kleiner wordt. Een eventuele blijvende gevoelloosheid van een bepaald gebied van de huid geeft doorgaans echter geen klachten. In eerste instantie voelt het vreemd aan maar geleidelijk aan went men daaraan.
Naast de bovengenoemde ongemakken kunnen er ook complicaties optreden die niet of minder tot het normale herstelproces behoren. De meest voorkomende zijn:
- Ophoping van wondvocht tussen de buikwand en de spieren gedurende de weken na de ingreep. Dit wordt een seroom genoemd en geeft vaak een vol gevoel. Als dit voorkomt kan tijdens een of meerdere polibezoeken met een spuitje vrij eenvoudig het overtollige wondvocht worden weggezogen.
- Na verloop van tijd kan blijken dat er nog wat overtollige huid aanwezig is bij de heupen. Dit kan na enige tijd vanzelf wegtrekken maar soms is het nodig om deze dog-ears (hondenoren) middels een nabehandeling operatief te laten weghalen. Veelal kan dat onder plaatselijke verdoving en poliklinisch gedaan worden.
- Sommige mensen hebben aanleg voor de vorming van brede, rode en onregelmatig ogende littekens al dan niet veroorzaakt door een overgevoeligheidsreactie rond de hechtingen. Als dit nodig wordt geacht kan een lelijk litteken weer worden hersteld maar dat is pas na ongeveer een jaar mogelijk.
- Bij een buikwandcorrectie wordt de huid samen met het aanhangende vetweefsel van de buikwand losgemaakt. Hierdoor wordt dit vetweefsel niet meer van onderuit maar via de huid voorzien van bloed. Dit onderhuids vetweefsel kan daardoor gaan afsterven. Dit wordt necrose genoemd. De kans hierop neemt toe als er sprake is van overgewicht. Als gevolg van necrose kunnen er verdere problemen ontstaan bij de genezing van de wond.
- Wanneer u van eerdere operaties aan de buik (veel) littekens heeft, met name in het gebied boven de navel, dan kan de bloedvoorziening van de huid verstoord zijn. Wanneer dan een buikwandcorrectie wordt gedaan kan dit tot gevolg hebben dat een deel van de buikhuid afsterft.