Helaas geldt dat één op de negen vrouwen in Nederland borstkanker krijgt. Het is daarom goed om ook stil te staan bij een aantal aspecten over een borstverkleining in relatie tot borstkanker.

Kans op borstkanker na een borstverkleining

pink ribbon logoBij een borstverkleining wordt een belangrijk deel van het borstklierweefsel verwijderd. Uiteraard kan het verwijderde weefsel in ieder geval geen kwaad meer aanrichten in de borsten. Maar natuurlijk blijft er ook klierweefsel achter waarmee wel iets kan gebeuren. Strikt genomen klinkt het logisch dat de kans op borstkanker per saldo kleiner zou worden na een borstverkleining en uit sommige onderzoeken zou dit ook blijken. Kennelijk is er echter nog te weinig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan omdat klinieken en ziekenhuizen niet hardop roepen dat de kans op borstkanker na een borstverkleining kleiner wordt. Wel is de algemene opinie dat de kans op borstkanker door een borstverkleining zeker niet toeneemt.

Onderzoek naar borstkanker voor, tijdens, en na een borstverkleining

Voordat besloten wordt om tot een borstverkleining over te gaan is het belangrijk om te weten of er geen indicaties zijn die duiden op het hebben van borstkanker. Zo zal de plastisch chirurg uw borsten onderzoeken en is het verstandig voorafgaand aan de ingreep een mammografie te laten maken. Dit is niet nodig indien dat recent nog heeft plaatsgevonden. Tevens zal er bloed worden afgenomen voor onderzoek.

Het weefsel dat tijdens de borstverkleining wordt weggehaald kan verder indien men dat nodig acht in het laboratorium worden onderzocht op eventuele afwijkingen. Van uw plastisch chirurg hoort u daar de eventuele bijzonderheden over.

Na de borstverkleining blijft het mogelijk om de borsten te onderzoeken middels de daarvoor bestaande methoden. Ook zelfonderzoek blijft goed mogelijk. Wel is het zo dat de vrouw daarbij eerst even moet wennen aan de nieuwe vorm en omvang van de borsten waardoor in eerste instantie alles anders aanvoelt.

Zodra de borsten hun definitieve vorm hebben bereikt (hetgeen soms wel acht maanden kan duren) is het verstandig om een mammografie te laten maken van de dan ontstane situatie zodat deze nieuwe uitgangssituatie kan worden vergeleken met de resultaten van latere onderzoeken. Immers de mammografie van de borsten van vóór de ingreep heeft aan relevantie sterk ingeboet.