Bij de meeste borstverkleiningen wordt gebruik gemaakt van een techniek waarbij huid van de borst, en vet en klierweefsel uit de borst wordt verwijderd en bovendien de (al dan niet verkleinde) tepelhof naar boven wordt verplaatst. De grootte en vorm van het litteken hangt daarbij af van de mate waarin huid en weefsel moet worden verwijderd om het gewenste resultaat te krijgen.
Er bestaat echter ook een geheel andere methode om een borstverkleining te laten doen en dat is het gebruiken van de liposculpture techniek. Bij deze techniek wordt uitsluitend vet weggezogen uit de borst. Er wordt geen huid en ook geen klierweefsel weggehaald en de tepel hoeft niet verplaatst te worden. Deze techniek kent dan ook een aantal belangrijke voordelen in vergelijking tot de traditionele chirurgische borstverkleining namelijk:
- Er worden slechts een paar kleine sneetjes in de huid gemaakt die hooguit minuscule littekens achterlaten.
- De ingreep wordt onder plaatselijke verdoving uitgevoerd.
- Ondanks de verkleining en het liftend effect blijven de borsten er heel natuurlijk uitzien.
- Het blijft mogelijk om borstvoeding te geven na de borstverkleining.
- Er is geen ziekenhuisopname benodigd, na de behandeling kunt u in principe direct naar huis.
- Latere schommelingen in lichaamsgewicht hebben een beperktere invloed op het resultaat van de borstverkleining.
- Het herstel gaat sneller dus u kunt uw dagelijkse activiteiten sneller weer oppakken.
- De kans op complicaties zoals gevoelloosheid van de tepel, bloedingen, infecties en die van een algehele narcose is veel geringer.
De reden waarom deze techniek ondanks deze belangrijke voordelen minder vaak wordt toegepast dan de traditionele chirurgische technieken is dat niet alle vrouwen geschikt zijn voor deze techniek. Welke vrouwen er wel geschikt voor zijn en overige details over liposculpture als techniek voor een borstverkleining worden hieronder uiteengezet.
Hoe werkt liposculpture als techniek voor een borstverkleining?
U krijgt een plaatselijke verdoving. In de huid van de borsten worden meerdere kleine sneetjes gemaakt waardoor zeer kleine zuigcanules kunnen worden ingebracht. Er wordt een verdovende vloeistof ingebracht (ongeveer evenveel als het borstvolume) die in de borst tussen de vetcellen gaat zitten. De zuigcanules zijn verbonden aan een handvat die de canule doet vibreren. Hierdoor wordt vet dat tussen het klierweefsel zit los getrild waarna het door de canule wordt weggezogen. De behandeling kan 1 tot 2 uur in beslag nemen.
De voor deze techniek gemaakte sneetjes in de huid zijn zo klein dat ze niet gehecht hoeven te worden. Ieder sneetje geneest meestal zo mooi dat er geen of nauwelijks zichtbaar litteken achterblijft. In enkele gevallen geneest een klein sneetje niet zo mooi en kan er daardoor een klein bultje of vlekje ontstaan. Dan nog echter is dat litteken verwaarloosbaar klein in vergelijking tot de littekens bij een traditionele borstverkleining. Daar komt bij dat de meeste kleine sneetjes in de borstplooi worden gemaakt zodat een eventueel littekentje nauwelijks opvalt.
De resultaten van liposuctie als techniek voor een borstverkleining
Met liposculpture kan een deel van het overtollige vetweefsel uit de borst worden verwijderd. Klierweefsel kan met deze methode echter niet worden verwijderd. De mate waarin het volume van de borst kan worden teruggebracht is daarom sterk afhankelijk van de mate waarin vetweefsel in de borst voorkomt. Het percentage vetweefsel in de borsten kan van vrouw tot vrouw sterk variëren. Wel geldt over het algemeen dat dit vetpercentage stijgt naarmate de leeftijd toeneemt. Hoe hoger het vetpercentage is hoe meer het volume van de borst kan worden teruggebracht. Gemiddeld genomen kan het volume van de borst bij liposculpture met zon 30 % tot 50 % worden teruggebracht.
Door het toepassen van liposculpture wordt het gewicht van de borsten verminderd. Dit gewichtsverlies in combinatie met het samentrekken van het bindweefsel na de ingreep en de elastische eigenschapen van het steunweefsel in de borsten zorgen er voor dat de borsten gelift worden en dus een betere projectie krijgen. Door het gewichtsverlies nemen tevens de lichamelijke klachten af.
Zoals gezegd wordt er bij deze techniek geen huid verwijderd. Omdat het volume van de borst wordt teruggebracht komt de vraag op of de huid dan niet te slap gaat worden en daardoor het resultaat niet optimaal zou zijn. De klinieken die de techniek in huis hebben zeggen hierover dat over het algemeen de huid elastisch genoeg is om zich na de ingreep weer strak over de borst te trekken. Of de huid inderdaad elastisch genoeg is zal van vrouw tot vrouw verschillen en uiteraard ook van de leeftijd afhangen. Het is belangrijk dit vooraf goed te laten onderzoeken.
Na de ingreep zullen de borsten gaan zwellen. Het kan twee tot vier maanden duren voordat deze zwelling is weggetrokken. Dus dan is ook pas het definitieve resultaat van de ingreep zichtbaar.
Is het resultaat blijvend?
De vraag die in dit verband opkomt is of het verwijderde vet weer terugkomt. Het antwoord hierop is nee, de vetcellen die weggehaald zijn die komen niet meer terug. In dat opzicht is het resultaat van liposculpture dus blijvend.
Na de ingreep kan uw lichaamsgewicht natuurlijk weer toenemen. Als u aankomt dan is dat niet omdat er meer vetcellen bijkomen maar omdat de bestaande vetcellen groter worden. En juist omdat er in de borsten minder vetcellen zitten als gevolg van de ingreep zal de gewichtstoename in de borsten zelf minder merkbaar zijn dan in de rest van het lichaam.
Door het verminderde aantal vetcellen hebben schommelingen in het lichaamsgewicht dus een beperkte invloed op het resultaat van de borstverkleining middels liposculpture.
Wat wel een sterke invloed op de borsten kan hebben zijn veranderingen van hormonen na de ingreep bijvoorbeeld in de menopauze. Door deze hormoonveranderingen kunnen borsten weer gaan groeien. Door een eventuele zwangerschap en borstvoeding na de ingreep, en door het stijgen van de leeftijd vermindert bovendien de stevigheid van de borsten weer. Het resultaat van de borstverkleining is echter veelal voldoende om deze latere veranderingen te kunnen accepteren.
Hoeveel behandelingen zijn er nodig bij een borstverkleining middels liposuctie?
In principe is één behandeling voldoende om het beoogde resultaat te bereiken. Een tweede behandeling is meestal niet noodzakelijk en bovendien doorgaans niet zinvol omdat bij de eerste behandeling al het grootste deel van het vetweefsel is verwijderd. Zou het resultaat niet bevredigend genoeg zijn dan zal een tweede behandeling daar dus niet veel aan veranderen. In dat geval kan overwogen worden om aanvullend toch nog een traditionele chirurgische borstverkleining te ondergaan.
Welke vrouwen zijn geschikt voor de vet verwijder techniek?
Het nadeel van liposculpture als techniek voor een borstverkleining is dat veel vrouwen hier niet geschikt voor zijn omdat de met deze techniek te bereiken reductie van de borsten voor hen niet toereikend is.
Met het verwijderen van vetweefsel kan het volume van de borsten gemiddeld met 30 % tot 50 % teruggebracht worden. Vrouwen die een grotere correctie voor ogen hebben dan de reductie die voor hen specifiek met liposculpture haalbaar is zijn niet geschikt voor deze techniek. Vooral bij vrouwen met borsten waarvan het vetgehalte relatief laag is zal de te bereiken vermindering van het volume en het liftend effect daarvan veelal niet voldoende zijn.
Nu zijn er ook genoeg vrouwen voor wie een wat minder vergaande borstverkleining geen probleem vormt. Bijvoorbeeld omdat zij geen extreem zware borsten hebben en/of kunnen leven met een wat minder resultaat. Zij kiezen dan voor liposculpture omdat deze techniek nauwelijks littekens en complicaties kent zoals bij de traditionele chirurgische methode. Belangrijk is het dan natuurlijk wel om vooraf goed te weten welk resultaat dan wel behaald kan worden om teleurstellingen achteraf te voorkomen. Dit is een belangrijk onderdeel van het gesprek of consult voorafgaande aan de behandeling.
Andere factoren naast het vetgehalte van de borsten die een rol spelen bij het al dan niet geschikt zijn voor deze techniek zijn:
- De elasticiteit van de huid van de borsten. Bij onvoldoende elasticiteit zal de huid niet voldoende strak trekken en herstellen rondom de kleinere borsten waardoor het resultaat niet mooi wordt. Alhoewel er in principe geen leeftijdsgrenzen bestaan voor de ingreep is het logisch dat op latere leeftijd de elasticiteit minder wordt en daarmee de geschiktheid voor de techniek afneemt.
- Vrouwen die het belangrijk vinden dat de grootte van de tepelhof in verhouding blijft tot de verkleinde borst en dus ook de tepelhof willen verkleinen zullen sneller kiezen voor de traditionele chirurgische methode voor een borstverkleining. Een alternatief is om wel liposculpture toe te passen en aanvullend (indien mogelijk) met een afzonderlijke chirurgische ingreep alleen de tepelhof te laten verkleinen.
- Liposculpture als techniek voor een borstverkleining wordt vaak niet vergoed door de ziektekostenverzekeraars zelfs niet als voor de ingreep voldoende medische indicaties bestaan. Dit maakt liposculpture financieel gezien alleen een alternatief voor de klassieke borstverkleining als deze laatste techniek óók niet vergoed wordt dus in die gevallen waarbij daarvoor kennelijk onvoldoende medische indicaties zijn.
Hoe wordt bepaald of voldoende vet in de borsten aanwezig is?
Helaas kan met een röntgenfoto geen betrouwbare inschatting worden gemaakt van de hoeveelheid vet in de borst. Vet is namelijk niet goed zichtbaar op de foto en er zal doorgaans veel meer vet aanwezig zijn dan de foto aangeeft.
De arts kan echter toch een betrouwbare indicatie krijgen van de hoeveelheid vet door te voelen aan de borsten. De aanwezigheid van vetweefsel kan bepaald worden mede omdat vetweefsel anders aanvoelt dan klierweefsel. Langs die weg kan met een redelijke mate van zekerheid bepaald worden of u voldoende vetweefsel heeft om de ingreep te doen slagen.
Verder is het goed om te weten dat naarmate u ouder wordt het vetweefsel naar verhouding toeneemt. Daarom hebben vrouwen boven de 40 jaar meer kans om geschikt te zijn voor de ingreep. Ook jongere vrouwen echter kunnen voldoende vetweefsel hebben voor een bevredigend resultaat.
De voorbereiding op de borstverkleining
Voorafgaande aan de ingreep mag u geen bloedverdunnende medicijnen gebruiken zoals aspirine. Indien nodig wordt er eerst bloed afgenomen en een hartfilmpje gemaakt (E.C.G.). Op basis daarvan kan de chirurg bepalen hoeveel verdovingsvloeistof er gebruikt mag worden. Kort voor de ingreep wordt geadviseerd om te gaan douchen en een lichte maaltijd te nemen. U hoeft dus niet nuchter te zijn. Wel mag u op de dag vóór de ingreep en op de dag van de ingreep zelf geen alcohol gebruiken. Verder kan nicotine het genezingsproces van de kleine sneetjes negatief beïnvloeden en is het dus raadzaam om voor en na de ingreep niet te roken hoe klein de genoemde sneetjes ook zijn. Immers een verstoorde wondgenezing geeft lelijke littekens. U zorgt ervoor dat u voor de ingreep makkelijke kleding aantrekt met voorsluiting.
Het herstel na liposculpture als techniek voor een borstverkleining
In principe mag u na de ingreep direct naar huis. Wel is het verstandig om iemand u naar huis te laten brengen en niet zelf auto te rijden. De eerste uren na de ingreep kunt u nog wat vocht verliezen en daarom is het handig om een handdoek voor onderweg naar huis mee te nemen.
Na de ingreep zullen de borsten iets gaan zwellen. Gedurende de eerste vier maanden zal de zwelling verdwijnen of in ieder geval een stuk minder worden.
Als gevolg van de ingreep bevatten de borsten veel opgehoopt vocht. De eerste weken na de ingreep moet er druk op de borsten worden uitgeoefend om ervoor te zorgen dat dit vocht sneller wordt afgevoerd. Het voordeel hiervan is dat het gevoel in de borsten dan prettiger wordt en er minder blauwe plekken ontstaan. De druk zorgt ervoor dat het herstel sneller gaat.
De benodigde druk op de borsten kan worden bereikt door eerst een elastisch pakje te dragen en na een week een strakke BH. Tien tot veertien dagen na de ingreep mag u de BH afdoen. Soms worden vrouwen duizelig wanneer zij voor het eerst de BH afdoen. Daarom is het verstandig om dit te doen terwijl u ligt en even te blijven liggen tot de eventuele duizeligheid verdwenen is. Wanneer dat prettig wordt gevonden mag de BH nog langer worden gedragen.
Na de ingreep mag u gewoon lopen en ook indien nodig wat lichte werkzaamheden verrichten. Over het algemeen wordt geadviseerd om een week niet te werken maar uiteraard hangt dat sterk af van de zwaarte van dat werk.
De borsten kunnen na de ingreep anders aanvoelen. Dat is een gevolg van het feit dat er vetweefsel is verwijderd en daarom de verhouding vetweefsel ten opzichte van het klierweefsel is gewijzigd. Er is na de ingreep verhoudingsgewijs meer klierweefsel in de borst en dat voelt nu eenmaal anders aan dan vetweefsel. Het klierweefsel zal na de ingreep vooral als bobbels aanvoelen. Na een paar maanden zullen deze bobbels minder worden en uiteindelijk verdwijnen.
liposuctie als techniek voor een borstverkleining en borstkanker
Voorafgaand aan de ingreep is het belangrijk om uit te sluiten dat er indicaties zijn dat er kwaadaardig weefsel in de borsten zit. Zo kunnen er röntgenfotos van de borsten worden gemaakt. Belangrijk is om enige tijd na de ingreep opnieuw fotos te maken. De reden hiervoor is dat na de ingreep er in de borsten kleine plekjes littekenweefsel kunnen ontstaan. Deze plekjes worden ook wel kalkneerslag genoemd. Dit zijn op zich onschuldige plekjes echter zij zijn soms op een röntgenfoto moeilijk te onderscheiden van kwaadaardig weefsel. Door de plekjes met kalkneerslag vroegtijdig vast te leggen kunnen deze in de toekomst bij onderzoeken geen misverstand opleveren.
Verder komt de vraag op of liposculpture als techniek voor een borstverkleining invloed heeft op de kans om borstkanker te krijgen. Omdat de hoeveelheid weefsel in de borst wordt teruggebracht bestaat de neiging om te verwachten dat daardoor de kans op borstkanker kleiner wordt. Sommige onderzoeken zouden dit ook hebben aangetoond. Er is echter kennelijk nog te weinig wetenschappelijk onderzoek verricht om klinieken en chirurgen hardop te laten roepen dat de kans op borstkanker na een borstverkleining kleiner is geworden. Wel is de algehele opinie dat de kans op borstkanker na een borstverkleining in ieder geval niet groter wordt.
Wordt de behandeling vergoed?
Een groot nadeel van liposculpture als techniek voor een borstverkleining is dat deze meestal niet wordt vergoed ook al zijn er duidelijke medische indicaties voor de borstverkleining. Standaard wordt hiervoor wel een verzoek richting de ziektekostenverzekeraar gedaan maar slechts een hele enkele keer wordt er een vergoeding gegeven. De criteria voor een vergoeding zijn niet eenduidig. Veel hangt af van het oordeel van de medisch adviseur van de ziektekostenverzekeraar die ieder geval afzonderlijk boordeelt. Naast de medische indicaties moet deze medische adviseur ook er van overtuigd worden dat met liposculpture de resultaten toereikend zijn om de klachten te verhelpen. Alhoewel de plastisch chirurg een redelijke indicatie heeft van het vetgehalte in de borst en daarmee van de kans op goede resultaten is dat wellicht voor de medisch adviseur niet altijd overtuigend genoeg.