De meest toegepaste techniek voor een borstvergroting is die waarbij middels een chirurgische ingreep siliconen borstprotheses worden geïmplanteerd. De meeste vrouwen die kiezen voor deze techniek doen dat omdat ze grotere borsten willen of de grootte en vorm van de borsten terugwillen die zij hadden voor de zwangerschap.
Ongeveer 20 % echter heeft een borstreconstructie als doel. Het gaat dan meestal om vrouwen die een of beide borsten missen vanwege borstkanker (al dan niet als preventieve maatregel omdat zij draagster zijn van een gen voor borstkanker) of bijvoorbeeld vanwege mastopathie (veel knobbeltjes in de borst).
Vrouwen bij wie één of beide borsten zijn afgezet kunnen kiezen uit de volgende alternatieven:
• Er bewust voor kiezen om helemaal niets te doen en te berusten in het feit dat de borsten zijn afgezet.
• Het dragen van een uitwendige kunststofprothese die op de huid geplakt kan worden en indien gewenst er ook weer afgehaald kan worden.
• Het dragen van een BH met vulling.
• Het ondergaan van een chirurgische borstreconstructie.
Voor het ondergaan van een chirurgische borstreconstructie (nadat de borsten zijn afgezet) bestaan weer meerdere mogelijkheden. Deze zijn hieronder beschreven.
» Borstreconstructie met behulp van siliconen protheses
» Borstreconstructie met lichaamseigen materiaal (rugspier en huid) en een prothese
» Borstreconstructie met lichaamseigen materiaal (buikspier en huid) zonder prothese
» Reconstructie van de tepel
» Borstreconstructie middels liposculpture (vetinjecties)
» Op welk moment kan een borstreconstructie gedaan worden?
» Resultaten van een borstreconstructie
Borstreconstructie met behulp van siliconen protheses
Het implanteren van siliconen borstprotheses is de standaard techniek voor borstvergrotingen en kan ook worden gebruikt voor een borstreconstructie nadat de borst is afgezet. Voorwaarde is echter wel dat er voldoende huid aanwezig is na de amputatie. Vaak is dit niet het geval en moet de huid daarom eerst worden opgerekt. Dit wordt gedaan met een speciale prothese (tissue expander). Deze wordt tijdens een chirurgische ingreep geplaatst en bij opeenvolgende poliklinische bezoeken steeds van wat extra vloeistof voorzien. Dit gebeurt via het aanprikken van de prothese door de huid heen hetgeen niet echt pijnlijk is. Zodra de huid voldoende is opgerekt volgt er een tweede operatie waarbij de definitieve siliconen prothese wordt geplaatst. Het gehele traject neemt ongeveer enkele maanden in beslag. Voorwaarde voor deze techniek is wel dat de huid van goede kwaliteit is.
Volgens de Borstkanker Vereniging Nederland hoeft u niet bang te zijn dat een prothese de ontdekking van een eventuele nieuwe tumor belemmert omdat deze aan de voorzijde onder de huid ontstaat en daarom goed te voelen is, ondanks de prothese.
Lichaamseigen materiaal (rugspier en huid) en een prothese
Als bij de borstamputatie ook de grote borstspier is weggehaald of als er te weinig huid van goede kwaliteit is overgebleven moet een andere methode voor de borstreconstructie worden toegepast. Een mogelijkheid is dan om huid van de rug te gebruiken samen met een daaronder gelegen spier voor het maken van een nieuwe borst waarbij tevens een prothese wordt ingebracht. Deze ingreep duurt twee tot drie uur en gemiddeld moet u ruim een week in het ziekenhuis verblijven. Het verwijderen van de rughuid met de daaronder gelegen spier geeft een litteken dat meestal onder het BH-bandje valt maar soms is het onvermijdelijk dat het litteken schuin loopt en daardoor beter zichtbaar is.
Borstreconstructie met lichaamseigen materiaal (buikspier en huid) zonder prothese
Ook deze methode komt in beeld als bij de borstamputatie de grote borstspier is weggehaald of als er te weinig huid van goede kwaliteit is overgebleven. Bij deze techniek wordt er een nieuwe borst gemaakt met behulp van een stuk van de buikspier en de bovenliggende huid van de onderbuik. Voorwaarde is dat de onderbuik een overschot heeft aan huid en vetweefsel en dat er in het verleden geen buikoperatie heeft plaatsgevonden. Bij deze methode hoeft dan geen prothese te worden geplaatst. Het resultaat voelt daarom zachter aan dan een prothese.
Deze vorm van borstreconstructie is echter wel een tamelijk uitgebreide ingreep die vele littekens veroorzaakt. Bovendien zijn er specifieke complicaties mogelijk zoals het verzwakken van de buikwand. Een belangrijk risico is ook dat na de ingreep het (vet)weefsel (gedeeltelijk) gaat afsterven vanwege een ontoereikende bloedtoevoer.
Reconstructie van de tepel
Ongeveer een half jaar na de borstreconstructie is het mogelijk om een nieuwe tepel te laten maken. Gekozen kan worden voor een soort tatoeage van een tepel op de borst of het laten aanbrengen van een echte tepel. In het laatste geval wordt een tepel gemaakt en aangebracht op de borst. Indien mogelijk wordt daarvoor een stukje van de tepel van de andere borst gebruikt of anders een stukje huid uit de lies, oksel of bijvoorbeeld de achterzijde van het oor.
Liposculpture (vetinjecties)
In theorie bestaat er nog een andere techniek voor een borstreconstructie indien de borst al dan niet gedeeltelijk is afgezet. Dat is de techniek waarbij middels vetinjecties de borsten worden opgevuld. Het benodigde vet wordt uit een ander deel van het lichaam gehaald (bijvoorbeeld de buik). Het probleem van deze methode is echter dat de borst een vrij beperkte bloedsvoorziening heeft. Hierdoor is de kans groot dat het ingebrachte vetweefsel niet of maar zeer gedeeltelijk overleeft. Deze techniek heeft dan ook een zeer onvoorspelbaar resultaat zelfs wanneer deze maar voor een klein gebied wordt toegepast.
Een ander belangrijk nadeel van deze techniek is dat de vetinjecties soms verkalkingen veroorzaken. Deze zijn doorgaans weliswaar niet voelbaar of schadelijk maar zij zijn moeilijk te onderscheiden van de verkalkingen die veroorzaakt worden door borstkanker. Het onderzoek naar borstkanker wordt daarmee behoorlijk verstoord.
Gezien de belangrijke nadelen van vetinjecties als techniek voor een borstvergroting of borstreconstructie wordt deze bij vrijwel geen enkele kliniek toegepast.
Op welk moment kan een borstreconstructie gedaan worden?
In het verleden achtte men een borstreconstructie pas wenselijk vijf jaar na de behandeling van de borstkanker. Dit omdat dan de kans op een eventuele terugkomst van de ziekte veel kleiner is geworden. In de tussentijd moest de vrouw het doen met een uitwendige plakprothese of speciale BHs.
Nu bekend is dat een borstreconstructie niets verandert aan de prognose van de ziekte laat men het verbeteren van de kwaliteit van leven zwaarder wegen en wordt de reconstructie indien de vrouw dat wenst al veel eerder gedaan. Zo kan deze worden gedaan zes tot twaalf maanden na een amputatie of na de beëindiging van bestraling en/of chemotherapie.
Op basis van nieuwe inzichten en de vraag van vrouwen hiernaar kan er zelfs voor worden gekozen om de borstreconstructie dezelfde dag te laten doen dus direct na de ingreep waarbij de borstamputatie plaatsvindt. Hiertoe wordt er samengewerkt tussen een algemeen chirurg en een plastisch chirurg. Na een dergelijke gelijktijdige borstreconstructie kan eventueel benodigde chemotherapie of (anti)hormonale therapie gewoon doorgang vinden. Ook bestraling die onverhoopt later noodzakelijk wordt geacht kan worden gegeven. Wel heeft bestraling dan het nadeel dat het cosmetisch resultaat iets minder mooi kan worden. Afhankelijk van de beoogde techniek voor de borstreconstructie, de reeds verrichte en nog benodigde behandelingen en de wens van de vrouw kan al dan niet voor een gelijktijdige behandeling worden gekozen.
Resultaten van de ingreep
Over het algemeen zijn vrouwen redelijk tot zeer tevreden over het resultaat van een borstreconstructie. Over het algemeen geldt dat de cosmetische resultaten mooier zijn bij een gelijktijdige borstreconstructie dan bij een borstreconstructie in een later stadium. Echter ook in het laatste geval zijn de resultaten zeer acceptabel.
Bedacht moet worden dat de borst hoe dan ook altijd anders zal aanvoelen dan de oorspronkelijke borst. Ook kunnen er verschillen tussen de linker en de rechter borst ontstaan. Dit kan voorkomen wanneer beide borsten gereconstrueerd moeten worden maar ook als dat bij één borst noodzakelijk is. Zo kan het nodig zijn om de borst die niet is afgezet te liften omdat deze ten opzichte van de andere gereconstrueerde borst te veel hangt.